Het begint met een
Vooronderzoek
Archeologie is vaak een onbekende factor in een project. Om te vermijden dat kosten hoog oplopen en/of de impact op de planning te zwaar wordt, is het soms noodzakelijk tijdig een vooronderzoek uit te voeren.
Er zijn verschillende soorten vooronderzoeken. De filosofie van BAAC is eenvoudig: zoeken naar de meest efficiënte manier waarbij het maximaliseren van info met een minimale hinder op budgetten en planning voorop staat.
Een tijdig vooronderzoek kan een enorme meerwaarde betekenen, omdat een planaanpassing in een vroeg stadium latere kosten in het bouwproces kan vermijden.
Archeologienota – Bureauonderzoek-snelle scan
Een snelle blik werpen op een terrein. Lees meer
Een bureauonderzoek helpt archeologen en eigenaars van terreinen om een inschatting te maken op de kans op archeologie op een terrein. Archeologen voegen onder meer gegevens van historische kaarten, bodemkundige informatie en eerdere archeologische onderzoeken bij elkaar om zo een beeld te krijgen van de geschiedenis van een plangebied.
Bij een omgevingsvergunningsaanvraag die beantwoordt aan bepaalde criteria qua omvang van terrein en werken in de bodem is een archeologienota nodig. Het is een bureauonderzoek specifiek op maat van de omgevingsvergunningsaanvraag.
Een onderzoek vooraf kan zich ook beperken tot een snelle scan op het moment van bijvoorbeeld aankoop van een terrein, of een ander moment waarop u een ruw idee wil krijgen van mogelijke gevolgen van onder meer archeologie op uw terrein. Zo’n scan doen we snel, gratis en discreet!
Landschappelijke boringen
Snel de ondergrond van het terrein bekijken. Lees meer
Om te kijken of de bodem op een terrein al dan niet verstoord is, zetten onze aardkundigen landschappelijke boringen. Met een handboor die het terrein niet beschadigt, bekijken ze snel de ondergrond van het terrein. Deze manier is eenvoudig, snel en kostenefficiënt.
Archeologische boringen
Nemen en zeven van bodemstalen. Lees meer
Soms blijkt de bodemopbouw van een terrein intact en zijn de landschappelijke omstandigheden in de omgeving dusdanig dat de kans op vroegere bewoning reëel is. De oudste bewoning, in de steentijd, is met het oog niet meer zichtbaar. De sporen in de bodem zijn te vervaagd. Enkel het ‘afval’, zoals werktuigen, dat mensen achterlieten is nog zichtbaar. Met archeologische boringen nemen we enkele bodemstalen, zeven die op een fijne maaswijdte en kijken of er bewijs is voor aanwezigheid van prehistorische aanwezigheid.
Proefsleuvenonderzoek en proefputtenonderzoek
Trekken van sleuven met een graafmachine. Lees meer
Om de archeologische waarde van grotere terreinen snel te kunnen inschatten worden vaak proefsleuven ingezet. Met een graafmachine trekken we dan proefsleuven om te kijken of sporen van oude bewoning of begraving zichtbaar zijn. Op die manier zien we al snel of er bijvoorbeeld Romeinse of middeleeuwse bewoning op het terrein aanwezig was. Op kleine terreinen, en zeker in steden, graven we proefputten om na te gaan of er eventueel waardevolle archeologie aanwezig is.
We gaan op zoek naar de meest efficiënte manier van werken waarbij het maximaliseren van info met een minimale hinder op budgetten en planning van uw bouwproject voorop staat.